herhaling gedichten

Uit: Perpetuum Mobile, Meulenhoff, Amsterdam, 1969, p. 13.

ik ben niet wie ik ben  (er staat niet wat er staat)    er staat niet wie ik ben  ik ben niet wat er staat    er staat wie ik niet ben  ik ben wat er niet staat ik ben wie ik niet ben  (er staat wat er niet staat) Uit: Modellen, Meulenhoff, Amsterdam, 1970, p. 18. Bepaalt in de herhaling de herhaling de verandering?  Bepaalt in de herhaling de verandering van de herhaling de  verandering?  Bepaalt in de herhaling de herhaling van de verandering de  verandering?  Bepaalt in de herhaling de verandering van de verandering de  verandering?  Wat bepaalt in de herhaling de verandering?  Wat bepaalt in de verandering de herhaling?  Bepaalt in de verandering de herhaling van de herhaling de  herhaling?  Bepaalt in de verandering de verandering van de herhaling de  herhaling?  Bepaalt in de verandering de herhaling van de verandering de  herhaling? Bepaalt in de verandering de verandering de herhaling? Uit: Het is zo niet zo is het, Jimmink, Amsterdam, 1974, p. 37.

[p. 565]

Toen ik haar al lang niet meer verwachtte  stond ze plots weer vóór me. (Ik had wel heel de tijd naar haar verlangd.)  Ze glimlachte, alsof ze wist dat ik haar niet zou afwijzen. (Ik had de hele tijd naar haar verlangd.) Ik nam haar in de armen en ik  drukte haar heel hard tegen me aan.  (Ik had zo lange tijd naar haar verlangd.)  Toen maakte ze zich los, ze lachtte  me net uit en ik verstond het niet.  (Want ik had heel de tijd naar haar verlangd.)  Op weg naar hiertoe dacht ik, zei ze:  hij vergist zich vast in mijn bedoelingen -  hij heeft de hele tijd naar me verlangd! Uit: Jij noemt stem wat taal is, In de Knipscheer, Haarlem, 1986, p. 15.